Wetgeving

Wijziging van de Wet wapens en munitie
Wet van 29 september 2011 tot wijziging van de Wet wapens en munitie, houdende een 
volledig verbod van stiletto’s, valmessen en vlindermessen en verduidelijking van de 
Wet wapens enmunitie (volledig verbod stiletto’s, valmessen en vlindermessen), Stb. 447 
van 29 september 2011.
Een samenvatting van de wapenwet  staat hier onder aan de pagina beschreven.
Voor meer informatie over deze wet en de veranderingen kunt u kijken op de site van de overheid.
ARTIKEL I
De Wet wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel 7°, vervalt «met als bestemming een andere lidstaat van de Europese 
Unie».
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: 
a. Categorie I, onderdeel 1°, komt te luiden: 
1°. stiletto’s, valmessen en vlindermessen; 
b. In onderdeel 7° van Categorie IV vervallen «voor geen ander doel» en «dan». 
2. In het vierde lid wordt na «ernstig lichamelijk letsel toe te brengen» toegevoegd: of om 
personen te bedreigen of af te dreigen. 
Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na «9, eerste lid,» ingevoegd: 13, eerste lid,. 
2. In het derde lid wordt na «artikelen» ingevoegd: 13, eerste lid,. 
D
Artikel 4, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. toestellen en voorwerpen voor beroeps-, hulpverlenings-, trainings-en sportdoeleinden. 
E
Artikel 13 komt te luiden:
1. Het is verboden een wapen van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden 
te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te dragen, te vervoeren, te doen 
binnenkomen of te doen uitgaan. 
2. Onze Minister kan, onverminderd artikel 9, ontheffing verlenen van een of meer verboden 
genoemd in het eerste lid, met het oog op: 
a. gebruik door de krijgsmacht, de politie en de overige openbare dienst; 
b. onderwijs ten behoeve van de krijgsmacht, de politie en de overige openbare dienst; 
c. doorvoer van wapens of munitie. 
3. Op een ontheffing met het oog op doorvoer is artikel 20, tweede en derde lid, van 
overeenkomstige toepassing. 

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het doen uitgaan van een wapen van categorie I, 
indien op basis van artikel 6 van het Besluit strategische goederen geen vergunning voor het 
uitvoeren van militaire goederen uit Nederland is vereist. 
F
Artikel 20, derde lid, komt als volgt te luiden:
3. Wanneer een lidstaat van de Europese Unie het land van bestemming of van doorvoer is 
van de wapens of munitie waarop de aanvraag betrekking heeft, doet de 
Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in-en uitvoer mededeling aan die lidstaat van het 
verlenen van het consent. 
G
In artikel 22, tweede lid, wordt na «munitie» ingevoegd: , alsmede personen die in de 
uitoefening van een beroep of bedrijf of als werknemer van de houder van een erkenning als 
bedoeld in artikel 9, derde lid, wapens of munitie vervoeren.
H
In artikel 26, zesde lid, wordt na «in verenigingsverband beoefende sporten» toegevoegd: of 
door Onze Minister aangewezen recreatieve activiteiten in daartoe gevestigde bedrijven 
waarin wapens worden gedragen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, categorie IV, onderdeel 4° 
en onderdeel 5° met betrekking tot kruisbogen.
Artikel 27, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen b en c vervallen. 
2. Onder toevoeging aan het slot van onderdeel a van «en» komt onderdeel b (nieuw) te 
luiden: 
b. recreatieve activiteiten. 
J
Artikel 28 , vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. «een jaar» wordt vervangen door «vijf jaar». 
2. Onder vernummering van het vijfde lid tot achtste lid worden drie leden ingevoegd, 
luidende: 
5. De korpschef die een verlof als bedoeld in het eerste lid heeft verleend, controleert 
tenminste eenmaal per jaar of een houder van een verlof nog aan de vereisten voor de 
verlening van een verlof voldoet. 
6. De houder van het verlof, bedoeld in het vijfde lid, stuurt jaarlijks informatie aan de 
korpschef over de vereisten, bedoeld in het vijfde lid, volgens door Onze Minister bij 
ministeriële regeling vast te stellen regels over de te verstrekken informatie alsmede de wijze 
en termijn van indiening. 
7. Indien de houder van het verlof geen, onvolledige of onjuiste informatie verstrekt, kan de 
korpschef het verlof, bedoeld in het eerste lid, intrekken. 


Aan het slot van artikel 34, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: 
Artikel 10:3, tweede lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. 
ARTIKEL IA 
Aan het slot van artikel 42, vierde lid, van de Flora-en faunawet, wordt een volzin

toegevoegd, luidende: 
Artikel 10:3, tweede lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

ARTIKEL II 
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de 
verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
 
Hier onder volgt een samenvatting van de wapenwet, daar waar het messen betreft.
Categorie I 
1°. stiletto's, valmessen en vlindermessen, een en ander indien het lemmet: 
a. meer dan een snijkant heeft;
b. 7 cm of langer en 14 mm of smaller is;
c. 9 cm of langer is; of
d. van een stootplaat is voorzien;
2°. andere opvouwbare messen, indien: 
a. het lemmet meer dan een snijkant heeft; of
b. de lengte in opengevouwen toestand langer dan 28 cm is;
3°. boksbeugels, ploertendoders, wurgstokken, werpsterren, vilmessen, ballistische messen en geluiddempers voor vuurwapens;
4°. blanke wapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen;
5°. pijlen en pijlpunten bestemd om door middel van een boog te worden afgeschoten, die zijn voorzien van snijdende delen met de kennelijke bedoeling daarmee ernstig letsel te kunnen veroorzaken;
6°. katapulten;
7°. andere door Onze Minister aangewezen voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen of die zodanig op een wapen gelijken, dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn.
Categorie II 
In deze categorie staan geen bepalingen of voorschriften voor wat betreft messen.
Categorie III 
3°. werpmessen;
Categorie IV 
1°. blanke wapens waarvan het lemmet meer dan een snijkant heeft, voor zover zij niet vallen onder categorie I;
2°. degens, zwaarden, sabels en bajonetten;
7°. Voorwerpen waarvan, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij voor geen ander doel zijn bestemd dan om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen en die niet onder een van de andere categorieën vallen.
Strafbepalingen:
Categorie I (artikel 13 WWM)
Het is verboden een wapen van categorie I te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voorhanden te hebben, te vervoeren, te doen binnenkomen of doen uitgaan.
Categorie III (artikel 26 WWM)
Het is verboden een wapen van categorie III voorhanden te hebben, behalve wanneer een verlof als bedoeld in artikel 28 WWM, eerste lid is verleend.
Categorie IV (artikel 26, lid 5 en artikel 31 lid 4 WWM)
Artikel 26: Het is personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt verboden een wapen van categorie IV voorhanden te hebben.
Artikel 31: Het is verboden een wapen van categorie IV over te dragen aan een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

Ontheffingen
* Wapens in de algemene zin van het woord kunnen slechts met ontheffing van de Minister van Justitie door de krijgsmacht en politie voorhanden worden gehouden.Voor her overige zijn alle handelingen m.b.t. deze wapens verboden.
* Voor werpmessen (categorie III) is een verlof nodig van de plaatselijke korpschef van politie. Een erkenning dient in het bezit te zijn, alvorens  er gehandeld mag worden in deze wapens. Een erkenning kan worden verkregen door het behalen van de nodige diploma’s. Zonder bovenstaande bepalingen mag er niets gedaan worden op het gebied van werpmessen.